Internationale samenwerking

Een sterke internationale rechtsorde is noodzakelijk voor een rechtvaardige, vreedzame en welvarende wereld. De Nederlandse inzet voor de bevordering van de internationale rechtsorde is neergelegd in de grondwet. De bevordering van het internationale recht is daarom een vast onderdeel van het Nederlandse Justitiebeleid. Uitgangspunt van dit beleid is dat straffeloosheid van oorlogsmisdadigers moet worden voorkomen: Nederland moet geen veilige haven zijn voor overtreders van het internationale recht. De positie van Nederland als gastland voor internationale hoven en tribunalen biedt een goed uitgangspunt voor dit beleid.

Hoven en Tribunalen

Ter bevordering van de internationale rechtsorde en de bestrijding van straffeloosheid voert Nederland beleid (‘gastlandbeleid’) om internationale hoven en tribunalen in Nederland te laten vestigen. Deze hoven en tribunalen richten zich op de vervolging en berechting van mensen die zich schuldig hebben gemaakt aan genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en/of oorlogsmisdrijven. De volgende hoven en tribunalen zijn in Nederland gevestigd:

Rol van Nederland

Ten aanzien van deze instanties vervult Nederland een dubbele rol. Aan de ene kant is Nederland partij bij verschillende hoven en tribunalen. Anderzijds is Nederland gastland.

Nederland als partijstaat

In haar hoedanigheid van staat die partij is, ontvangt Nederland onder meer verzoeken om rechtshulp of overlevering van de hier gevestigde tribunalen. Hierbij gelden de statuten van de internationale hoven en tribunalen als juridische basis. AIRS coördineert de uitvoering van deze verzoeken.

Nederland als gastland

In haar rol als gastland verleent Nederland daarnaast operationele ondersteuning aan de hoven en tribunalen. Hierbij valt te denken aan het transport en de detentie van gedetineerden, de beveiliging van de gebouwen en van belangrijke vertegenwoordigers van de hoven en tribunalen en het verschaffen van toegang tot Nederland voor getuigen en slachtoffers. De juridische basis voor deze verzoeken is neergelegd in de zetelovereenkomsten.

Rol van AIRS

De in Nederland gevestigde hoven en tribunalen zijn voor een belangrijk deel van hun werkzaamheden afhankelijk van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het Ministerie kent dan ook een intensieve samenwerking met deze instanties. De coördinatie van die samenwerking is bij AIRS belegd. Vanuit de internationale samenwerking heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken een sterke betrokkenheid op dit dossier. Dit ministerie is verantwoordelijk voor het gastlandbeleid en vormt het eerste aanspreekpunt voor de hoven en tribunalen voor daaruit voortvloeiende verzoeken.

Verdrag van Ljubljana – Den Haag

Ter bevordering van de internationale rechtsorde heeft Nederland zich de afgelopen ruim tien jaar, in een kopgroep van enkele landen, ingezet voor de totstandkoming van een verdrag voor internationale juridische samenwerking bij de nationale opsporing en vervolging van internationale misdrijven.

In mei 2023 vond de Diplomatieke Conferentie in Slovenië plaats, waar overeenstemming werd bereikt over de verdragstekst van het Verdrag van Ljubljana - Den Haag inzake internationale samenwerking bij de opsporing en vervolging van genocide, misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven en andere internationale misdrijven (Overeenstemming over nieuw verdrag om internationale misdrijven beter aan te pakken. | Rijksoverheid.nl).

Op 14 en 15 februari 2024 vond in het Vredespaleis in Den Haag de ondertekeningsceremonie voor het verdrag plaats, 33 landen hebben deze dagen het verdrag getekend. Ook Nederland heeft het verdrag ondertekend. Ondertekening van het verdrag blijft één jaar mogelijk na de openstelling en Nederland zal zich blijven inzetten om zoveel mogelijk landen het verdrag te laten ondertekenen en ratificeren. Daarnaast zal Nederland op basis van het verdrag “interim support” verlenen om de operationele samenwerking te ondersteunen. Nederland heeft verklaard een deel van het verdrag (bepalingen die zien op rechtshulp) per direct voorlopig kunnen toepassen, waardoor Nederland direct kan profiteren van de ruime samenwerkingsmogelijkheden die het verdrag biedt.